Waarom is lachen goed, behulpzaam en zo’n verademing? Lees hier wat een professor (Buytendijk) en een haptotherapeut (Gerritse) daarover zeggen. Lachen blijkt een belangwekkende geestelijke én lichamelijke ervaring! Ontdek het verschil tussen kelig lachen, schaterlachen en innig lachen…
Lachen hoort evenals wenen niet bij de menselijke affecten, maar is eerder een activiteit van de menselijke geest. Humor stelt je in staat zaken van een andere kant te bekijken, buiten het schema van goed en kwaad. Humor verandert het perspectief. De relativering begrenst de situatie. Lachen en wenen zijn niet gebonden aan één bepaald soort gevoel. (naar F. Buytendijk)
Het is opvallend dat tijdens het communistische bewind van de Rode Khmer in Cambodja een verbod stond op de twee typisch menselijke uitingen van lachen en huilen. (naar F. Buytendijk)
“Karakteristiek voor het lachen is de openheid van het gelaat en de onmiddellijke uitbarsting waarmee het lachen begint.’ ‘Elke vorm van lachen zegt iets over de wijze waarop je op dat moment van lachen je lichaam bewoont; ook over de aard van de relatie die je op dat moment hebt met de ander.” (D. Gerritse)
‘Kelig lachen’ is typisch voor een cerebrale instelling, een levenshouding waarin reflecterend denken en inspannend willen sterk domineert en de diepte van lichaam en gemoed in gelijke mate wordt genegeerd. Daarmee is het een affectarm lachen. (naar D. Gerritse)
Bij schaterlachen ga je lichamelijk helemaal diep open vanuit je buik en laat je komen wat komt, als je tenminste binnen die relatie de warmte en vrijheid daartoe voelt. ‘Herhaald schokkend scheurt hij open.’ Kenmerken:
– bevrijdend en verkwikkend, precies zoals humor
– aanstekelijk, vult de ruimte met een bevrijdende warmte
– verbindend, hoort bij gezelschap, doe je niet vaak alleen. (naar D. Gerritse)
“Wanneer er geschaterd wordt, is de schaterende dieper in zijn lichaam dan tevoren met het daarbij behorende effect. Het is ook aanstekelijk, dat schaterlachen, en kan daarmee op anderen een gelijkaardig effect hebben: ook zij komen dieper in hun lichaam en laten daarmee op dat moment gevoelens boven komen die vaak verborgen blijven.” (D. Gerritse)
‘Innig lachen’ is: “Een lachen waaraan je ervaart dat het van heel diep komt, uit een diepte die warm is maar ook helder: uit een diepte, uit een werkelijk gelukkig gemoed. Helaas kan ik die lach niet nader beschrijven. De woorden innig en helder moeten het vrijwel helemaal doen.”
Kenmerken: helderheid en warmte; volledige vrijheid van de persoon in diens diepte; blijk van een echt welgevallen in de kleine-grote dingen in het leven; andersoortig contact dan bij schateren. (naar D. Gerritse)
Innig lachen hoort bij een ander intermenselijk contact dan het schateren. Bij een contact dat geen bevrijding meer nodig heeft, dat geen warmte meer hoeft te zoeken. Het hoort ook bij een contact dat niets negeert van de persoon van de ander. “Het is een lachen dat getuigt van een volwaardig contact binnen een werkelijk ontmoeten. Op momenten van vertedering wordt niet geschaterd, maar wordt innig gelachen.” (D. Gerritse)
“Er is goed, er is kwaad en er is humor.” (Frank Farrelly)
Bronnen:
1 F.J.J. Buytendijk, Algemene theorie der menselijke houding en beweging, Aula pocket 175 (1976)
2 T.A.C.M. Gerritse, Over kleine dingen. Een inleiding in de haptonomie. Elsevier 2002, 2e druk